1° Paul, Fransch romanschrijver van bedenkelijke strekking, medewerker aan zie Les Soirées de Médan; ook op het tooneel, in de groepeering van Lc Thêatre libre, is hij een getrouw navolger van Zola, die overigens zijn werk niet hoog aanschreef. * 1847 te Aix, + 1901 te Levallois-Perret.
Hoofdwerk: Celle qu’on n’épouse pas (1879); La Fin de Lucie Pellegrin (1880); Mad. Meuriot (1891).
L i t.: E. Zavie, Le groupe de Médan (Parijs 1920).
2° Willibald, pseud. van W. Häring, Duitsch romanschrijver, wel wat vermoeiend breedsprakerig, maar die den historischen roman à la Walter Scott wist te verrijken met den humor van Dickens en liefde vol realistische schildering van Brandenburg’s natuurschoon. * 29 Juni 1798 te Breslau, + I0 Dec. 1871 te Arnstadt. In 1925 nog werd te Berlijn een W. Alexis-Bund gesticht.
Hoofdwerken: Cabanis (1832); Haus Düsterweg (1835); Der Roland von Berlin (1840): Der falsche Woldemar (1842) ; Der neue Pitaval (een reeks crimineele verhalen, 30 dln.).
U i t g. : Gesammelte Werke (20 dln. 21874).
L i t.: H. Korff, Scott und A., Heidelberg (1907); Th. Fontane, W. A. (in Nachlass 1908).
Baur.