1° Mateo, Spaansch schrijver, zoon van een Sevillaansch geneesheer. * 1547, + 1614 (?) in Mexico. Een der beroemdste figuren uit het Spaansche picarisme.
Zijn in zeer rijken toon geschreven Vida y aventuras de Guzman de Alfarache werd onmiddellijk na het verschijnen vertaald in het Latijn, Fransch, Italiaansch, Engelsch en andere talen. In zes jaren verschenen er niet minder dan 26 uitgaven. Het boek wekte om zijn geweldig succes tallooze navolgingen. Het tweede deel verscheen eerst 5 jaar later (1604), omdat de schrijver werd opgehouden door hagiographischen arbeid: San Antonio de Padua. Dit tweede deel vernietigde onmiddellijk de faam van het apocriefe werk, dat Juan Martin, onder den schuilnaam Mateo Lujân, had doen verschijnen. M.
A. week later uit naar Mexico, gedreven door armoede. Daar publiceerde hij nog een Ortografia castellana.Lit.: F. de Haan, An outline of the history of the novela picaresca in Spain (1903) ; F. Rodriguez Marin, Vida de M. A. (1907).
Steenhoff.
2° M e l c h i o r, Ned. schilder van het eind der 15e eeuw; was blijkens oorkonden een der drie Ned. schilders aan het hof van koningin Isabella van Castilië. Terwijl echter Juan de Flandes en Michiol Flamenco grijpbare persoonlijkheden zijn, is van M. A. niets bekend.
de Jager.