wijze van vestiging of overgang van het typisch Rom. rechtelijk vaderlijk gezagsrecht (p a t r i a p o t e s t a s. zie Pater familias) over personen, die tot het tijdstip, waarop de a. plaats grijpt, onderworpen waren aan de p a t r i a po t e s t a s van een ander. Aanvankelijk, ook nog in het klassieke Rom. recht, was voor de a. vereischt een driemaal herhaalde mancipatio (verkoop) van het te adopteeren kind.
Op de eerste twee mancipationes volgde telkens een vrijlating, op de derde een schijngeding (zie In iure cessio) voor den magistraat, waarbij de natuurlijke vader van zijn rechten afstand deed ten behoeve van den nieuwen pater familias. In het latere klassieke, benevens in het Justiniaansche recht is de a. vereenvoudigd. Er wordt dan een verklaring afgelegd voor den magistr. of een rescript uitgevaardigd door den keizer (vgl. Just. Inst. I. 11: de adoptionibus). zie Adrogatio.
Vgl. art. 343 vlg. Belg. B.W. (aanneming van een kind).Hermesdorf.