Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Aansluitingsprobleem.

betekenis & definitie

Bedoeld is de aansluiting tusschen lager en voortgezet onderwijs, en het problematisch karakter der kwestie komt hieruit voort, dat middelb. en voorber. hooger onderw. hebben voort te bouwen op datgene, wat de lagere school (l.s.) haar pupillen geeft, terwijl deze echter, op grond van haar historische ontwikkeling, aanspraak maakt op zelfstandigheid en haar roeping ziet in de voorbereiding voor het leven. Inderdaad is het percentage der l. s. leerlingen, dat verder studeert, zóó gering, dat men de belangen der meerderheid aan die van een kleine minderheid niet kan opofferen.

Die belangen zijn werkelijk met elkaar in strijd en onvereenigbaar: het practische leven waagt essentieel andere kennis en vaardigheid dan de school voor voortgezet onderwijs, hetzij die humanistisch dan wel realistisch georiënteerd is. De oplossing is in Ned. extra moeilijk sinds de onderwijswet van 1920 de sociale → eenheidsschool invoerde, waardoor de standen- en daarmee vaak voorbereidingsschool verdween, en ten gevolge van het feit, dat de zes-, zevenjarige leerplicht ten onzent geen differentiatie kent. Daarom zouden velen ook hier de vierjarige zie grondschoot (zie Grundschule) willen invoeren, zooals die in D. en elders bestaat, waardoor na het vierde schooljaar een splitsing van het leerplan plaats heeft, met dien verstande, dat de leerlingen, die verder zullen studeeren, hun eigen weg gaan, verschillend van dien der overigen, die niet voor middelbare scholen bestemd zijn. Zooals hier te lande de zaken thans staan, zit er niets anders op, dan de voor verdere studie bestemden op del. s. in aparte lessen of cursussen voor te bereiden. — Annex aan het a. p. is de kwestie van het Fransch op de l. s.: de voorstanders vindt men vooral onder hen, die meenen, dat de l. s. in dienst van de middelb. moet staan; de tegenstanders onder hen, die in de volksschool boven alles een voorbereidingsinstituut voor het practische leven zien. — Een kwestie, die onmiddellijk na de onderhavige om oplossing vraagt, luidt: hoe de geschikte leerlingen voor het voortgezet onderw. uit te kiezen; dat is het → selectie-vraagstuk. Verstandhouding en samenwerking tusschen de vertegenwoordigers van lager en middelbaar (inbegrepen voorber. hooger) onderwijs, zooals die bijv. te Breda hebben plaats gehad, lijken een uitstekend middel om tot een bevredigende oplossing van beide problemen te komen.Lit.: De aansluiting van lager en voortgezet onderwijs (1918); Rapport R.K. Studiebelangen (no. 3, 1924); G. van Veen en Ph. Kohnstamm, De aaneensluiting tusschen lager en middelbaar (gymnasiaal) onderwijs (1928).

Rombouts.

< >