bij anderen Sleeuwijk genaamd, eene Ambagtsheerlijkheid en Dorp, in het gedeelte van Zuidholland, bij den naam van het Land van Altena bekend. Het Regtsgebied, ’t welk op eenige Roeden boven de vierhonderd achtënnegentig Morgens wordt begroot, strekt zich uit langs den Noordlijken oever van de Merve, schuins tegenover de Stad Gorinchem. Voor ruim anderhalve Eeuw moet dit Distrikt zeer schaars bewoond geweest zijn; men telde ’er toen slegts negen Huizen.
Eene Eeuw daar naa waren ze tot eenenzestig aangegroeid. De meeste deezer Huizen staan hier en daar verspreid. Van hier dat het Dorp zeer gering is. Het heeft eene Kerk, welke rondom in digt geboomte staat, en, zo min als de Toren, van buiten niet kan gezien worden. Ruim een vierendeel uur gaans hooger op, legt het Veer over de Rivier; welke aldaar tamelijk breed is. De overtogt van Rijtuigen en paerden geschiedt met een Zeilpont. Eene Sterkte, de Muggeschans genaamd, welke, in den Spaanschen Oorlog, hier plagt te leggen, is niet meer in weezen.
