Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 06-03-2022

EXIËNSIS CIVITAS

betekenis & definitie

voorheen een Steedje in Friesland, met eene beroemde Haven , aan den mond van het Boer- of Borndiep, bijna ter dier plaatze, daar nu Berlikum of Belkum legt, een Dorp, zeer beroemd, door deszelfs Paardenmarkt, Boomkweekerijén, en de menigte van Ooftvrugten; in de oude Friesche Landtaal uitgong genaamd, om dat de Schepen van daar in Zee gingen: want het woord exire betekdit uit de Haven lopen of afvaaren; de oude Latinisten, in dien tijd, hebben ’er Civitas Exiensis van gesmeed, als of men zeide de Uitganerstad. UBBO EMMIUS verhaalt, uit een oud Schrijver (daar men, echter, niet veel staat op maaken kan,) dat deeze plaats, in het Jaar 1191 door de Noormannen, geplonderd, en, sedert dien tijd, verwoest gebleeven is, totdat ze naderhand, met verandering van naam, wederom als een Dorp is ten voorschijn gekoomen.

ALTING, Germ.Inf. Part. II. p. 15, V. D. HOUVE Hand. Chr. I D. bl. 78.

< >