Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BUCHELIUS, ARNOLDUS

betekenis & definitie

Rechtsgeleerde, een zeer geleerd en ervaren man, in de Grieksche en Latijnsche taalen, en daarbij een goed dichter, ongemeen ervaaren in de Nederlandsche Oudheden, waarvan zijne aantekeningen op HEDA en BEKA ten bewijze strekken. Onder het maaken van die aantekeningen is hij overleeden.

Het geene aan zijnen arbeid, in de Histeria Ultrajectina, nog ontbrak, is aangevuld door GIJSBERT LAP VAN WAVEREN. BUCUELIUS was geboren te Utrecht, den 17den Maart 1565, enoverleed aldaar den 15den Jullj 1641, hebbende zijnen Boekschat vermaakt aan de Utrechtsche openbaare Bibliotheek.

Zie GOUDHOEVEN, Hollandsche Chronijk, fol. 225. VAL. AND. p. 71 en 79.

< >