Klip noemt men een harde steile rots, ook op, het land doch voornamelijk in de zee (blinde, wakende klippen). Figuurlijk wordt klip gebezigd in de ongunstige beteekenis van hinderpaal, beletsel, oorzaak van verderf; rots daarentegen in de gunstige van toeverlaat, steun, toevlucht.
Hij zal die klip niet ontzeilen. Op die klip is hij gestrand. God is mijn rots; de rotssteen mijns harten.