Iets doen ophouden. Met het eerste woord gaat het bijdenkbeeld gepaard, dat het ophouden onverwachts plaats heeft, het veronderstelt veelal de mogelijkheid van voortzetting der werking.
Staken geeft soms een overlegd ophouden te kennen. Men breekt onderhandelingen af, maar men staakt eene onderneming, die geen winsten meer oplevert. Ontevreden arbeiders staken het werk om daardoor hunne eischen inge¬willigd te zien. Hij brak zijne woorden af. Hij moest zijne rede staken.