(Tringa totanus, orde Steltlopers en Meeuwvogels)Rechte snavel, duidelijk langer dan de kop, roodachtig met een zwarte punt. Poten lang en rood, zonder zwemvliezen. Tijdens de vlucht witte banden op de vleugels zichtbaar. Bovenzijde grijsbruin. 28 cm, zo groot als een flinke merel. Geen echte koloniebroeder. Roep: een luid 'tuu-tuu-tuut', vandaar de naam. Talrijke broedvogel. Naast de scholekster een van de meest algemene vogels in het Waddengebied. Broedt echter ook in de duinen, in veen- en heidegebieden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk