(Oryctolagus cuniculus) Oren korter dan de kop. Puntjes van de oren niet zwart, hooguit met een onduidelijk zwart randje. Rug geelbruin. 34-45 cm (1,3-2,2 kg). Roffelt met de achterpoten op de grond als het zich bedreigd voelt. Hol met talrijke ingangen. 3-5 maal per jaar worden 5-6 jongen geworpen: nestblijvers. Door de van oorsprong Zuidamerikaanse ziekte myxomatose aanvankelijk sterk achteruit gegaan. In bossen, struwelen, tuinen, duinen; gewoonlijk in zandig terrein.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk