een inrichting om personen te vervoeren langs een stijgende en dalende kabel.
Daarbij zijn aan een gespannen kabel, telkens op dezelfde afstand van elkaar, een of meer zitplaatsen aangebracht.
Bij een stoeltjeslift bevinden de masten waarlangs de kabel loopt zich gewoonlijk dichter bij elkaar dan bij het zweefspoor. De snelheid van de kabel is zo gering dat de passagiers bij het begin- en bij het eindpunt de stoeltjes tijdens de beweging kunnen bezetten en verlaten. Stoeltjesliften worden hoofdzakelijk gebruikt door toeristen en in wintersportgebieden voor het transport van skiërs naar en uit de bergen. Men kent daar ook speciale skiliften.