Het is het doel van iedere goede huishouding de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht te brengen. Dat geldt ook voor de huishouding van de staat.
Er is een begroting (budget) nodig, die in een democratie bij de wet wordt vastgesteld. De inkomsten onderscheidt men in gewone (belastingen, retributies, bijdragen, inkomsten uit staatsbedrijven) en buitengewone (opbrengsten van leningen). Evenzo onderscheidt men tussen gewone uitgaven (voor scholen, wetenschap, wegenaanleg, rechtspraak) en buitengewone (voor schade door overstroming of door misoogsten, enz.). De regel geldt dat gewone uitgaven door gewone inkomsten en buitengewone uitgaven door buitengewone inkomsten gedekt moeten worden.