kruipende dieren, wier ledematen geheel gereduceerd zijn. Slechts in het skelet van de reuzenslangen vindt men beenresten van de achterste ledematen als bewijs dat de voorouders van de slangen eens poten hebben bezeten.
De kaak- en verhemeltebeenderen zijn slechts door elastische banden verbonden, zodat de mondopening bij het inslikken van grote prooidieren zich wijd kan opensperren. Reuzenslangen kunnen na rijkelijk voedsel te hebben opgenomen wel anderhalf jaar vasten. Bij de vervelling wordt de beschubde huid in haar geheel afgestroopt. De voortplanting geschiedt deels door eieren met perkamentachtige schaal, deels door jongen die levend ter wereld komen. De voornaamste families zijn: reuzenslangen, Colubridae en adders.
