Reeds Leonardo da Vinci dacht ernstig na over toestellen om te vliegen. De eersten die de lucht ingingen, waren de gebroeders Montgolfier, die in 1783 te Parijs met een ballon opstegen.
De Fransen Renard en Krebs bouwden in 1884 het eerste bestuurbare luchtschip met een motor. De bekendste luchtschepen bouwde de Duitse graaf von Zeppelin. In 1903 vlogen de gebroeders Wright voor het eerst met een zelfgemaakt motorvliegtuig. In 1909 vloog Blériot over het Kanaal en in 1927 Lindbergh van New York naar Parijs. Gedurende de Tweede Wereldoorlog heeft de luchtvaart zich geweldig ontwikkeld. Er kwamen toen toestellen met gasturbine-aandrijving (schroefturbine- en straalmotoren). Raketaandrijving wordt nog slechts gebruikt als hulpmiddel bij het starten (vliegdekschepen); zie ook luchtverkeer en vliegtuigtypen.
