De kinderwetgeving voorziet in wettelijke bepalingen ter bescherming van minderjarigen. Er zijn wetten die kinderarbeid (leerplichtige kinderen) verbieden, die het kind beschermen tegen gevaarlijke arbeid, oponthoud in openbare gelegenheden (danszaal, café, bioscoop en theater), tegen het kopen van tabak en alcoholische dranken, die het beschermen tegen verderfelijke lectuur, tegen verwaarlozing, misbruik en verleiding.
De stipte nakoming van deze wetten wordt gecontroleerd door de overheid, de arbeidsbureaus en de kinderrechter; zie ookNationale Federatie voor Kinderbescherming.