vissen die bij voorkeur in stilstaand, troebel water leven. Reeds in de riddertijd hield men ze in de slotgracht.
Tegenwoordig worden ze gekweekt in vijvers, die achtereenvolgens kuit, jonge, grotere en verhandelbare vissen bevatten. De wijfjes leggen in de rijtijd elk 750 000 eieren. In ongeveer tien jaar kan een karper 12 kg zwaar worden. Men onderscheidt edelkarpers met normaal schubbenkleed, spiegelkarpers met enkele zeer grote schubben en lederkarpers zonder schubben.