(Jezus: Jahweh redt; Christus: Gezalfde), volgens het christelijke geloof de Verlosser der wereld, Zoon van God, tegelijkertijd waarachtig God en waarachtig mens. Volgens de Evangeliën werd Jezus te Bethlehem in Palestina geboren en woonde dertig jaar in Nazareth.
Toen begon zijn openbare optreden, eerst en vooral in zijn vaderland Galilea. Hij verkondigde het Rijk Gods en de Verlossing van de zondige mensheid. Zijn woord eiste bekering en geloof. Zijn onderwijs en wondertekenen maakten hem verdacht bij de joodse overheid. Deze bewerkte dat hij op aanklacht van godslastering gevangengenomen en door de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus tot de kruisdood werd veroordeeld. Zijn opstanding op de derde dag vormt de grondslag van het christelijke geloof en de christelijke gemeente. Alle mensen die in Jezus Christus geloven, noemen zich „christenen”; zie christendom, Kerk.