Een kunstmatige watervoorziening past men daar toe, waar de natuurlijke niet toereikend is om een zekere en voldoende oogst te verkrijgen. Zij wordt sedert oeroude tijden in de droge gebieden van de oude cultuurlanden rondom de Middellandse Zee toegepast.
Uit niet uitdrogende rivierlopen of bronnen wordt het water met behulp van vaak zeer primitieve inrichtingen naar boven gebracht en over de velden verdeeld. In de nabijheid van grote steden treft men soms ook wel bevloeiingsvelden aan. Nadat de stadsriolen in zuiveringsinstallaties zijn geleid en daar hun slijk hebben afgezet, wordt het overblijvende troebele water over de velden gevoerd. Daar dit water in hoofdzaak stikstofmest bevat, moeten er nog kali- en fosformest aan worden toegevoegd. Deze bevloeiingsvelden zijn economisch van betekenis, daar zij geschikt zijn voor een winstgevende groenteteelt.