Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Insekten

betekenis & definitie

de aan soorten rijkste dierklasse. Hun lichaam bestaat uit kop, borststuk en achterlijf en is met een chitinepantser bekleed, dat aan het achterlijf uit beweeglijke ringen bestaat.

Zij dragen op de kop twee sprieten, hun monddelen zijn geleed en al naar de levenswijze zeer verschillend ingericht en wel om ermee te bijten, te steken of te zuigen. Het borststuk draagt drie paar poten en vaak een of twee paar vleugels. De zintuigorganen zijn hoog ontwikkeld (samengestelde ogen). De laagst georganiseerde insekten maken geen gedaanteverwisseling (metamorfose) door. Treedt bij de gedaanteverwisseling een popstadium met volledige rust op, dan heet zij volkomen, b.v. bij vlinders. De handelingen der insekten worden in hoofdzaak door het instinct geleid. De bijen, wespen, hommels, mieren en termieten vormen op grond van hun instinct hoogontwikkelde gemeenschappen (staten).

< >