is het oosten van Achter-Indië. Staatkundig bestaat het uit drie gedeelten: de voormalige koninkrijken Laos en Cambodja en de republiek Vietnam.
Bij de wapenstilstand van 21 juli 1954, die voorlopig een einde maakte aan de onder grote verliezen gevoerde koloniale oorlog tussen Frankrijk en de communistische Vietminhpartij werd Vietnam verdeeld in twee staten; de grens liep bij de 17de breedtegraad. Noord-Vietnam kwam aan de Vietminh; Zuid-Vietnam behield zijn eigen regering. Tussen beide staten ontstond een langdurige oorlog, waaraan pas in 1975 een einde kwam door een communistische bezetting van het gehele land. In 1976 werden beide delen samengevoegd tot de republiek Vietnam, met Hanoi als hoofdstad. Het land is 334 200 km2 groot en telt 41 milj. inwoners. Cambodja en Laos zijn sinds 1949 zelfstandige staten; sinds 1975 staan zij onder communistisch bewind.
Cambodja is 180 958 km2 groot en telt 6,7 milj. inwoners. De hoofdstad is Phnom Penh met 550 000 inwoners. De op een na grootste stad is Battambang met 80 000 inwoners. Bij Angkor ligt de ruïne van de hoofdstad uit prehistorische tijd, bestaande uit gedeeltelijk nog bewaard gebleven tempelgebouwen midden in een park dat door een reusachtig bouwwerk van muren, torens, beelden en galerijen wordt omgeven. Deze bouwwerken zijn de overblijfselen van een hoge cultuur in vroegere tijden. Het voormalig koninkrijk Laos, „het land van de miljoenen olifanten”, heeft een oppervlakte van 236 696 km2 en telt 3,2 milj. inwoners.
De taal der beschaafde kringen, maar ook in het verkeer, is gewoonlijk nog het Frans. De hoofdstad is Vientiane met 100 000 inwoners. De residentie der vroegere koningen is Loeang Prabang (20 000 inwoners). Het noorden van Laos is rijk aan wouden met waardevolle houtsoorten (teakhout) en aan wild. Er wordt jacht gemaakt op olifanten, het wilde bosrund en op tijgers. Laos is weinig ontsloten.
In het zuiden van Vietnam liggen de aan elkaar grenzende steden Saigon-Cholon met 3 milj. inwoners, onder wie 600 000 Chinezen. Van de totale bevolking van Indochina van 52 milj. leeft meer dan 75% op een zesde deel van het oppervlak van het gebied. Zeer dichtbevolkt zijn de vruchtbare rijstgebieden in de delta van de Mekong en van de Songkoi (de Rode en Zwarte Rivier). Het klimaat is tropisch (een moessonklimaat). Het binnenland bestaat uit savannen en steppen. In de kustgebieden, waar de westmoesson overvloedig regen brengt, zijn uitgestrekte wouden. De voornaamste verkeerswegen van het land zijn de grote rivieren met hun zijkanalen.
