1. nest van roofvogels, reigers en kraaiachtige vogels. De horst is veelal moeilijk bereikbaar;
2. in de geologie: een stuk van de aardkorst dat ten opzichte van zijn omgeving is gestegen. De relatief gedaalde „schollen” noemt men slenken.
Het beste voorbeeld van horsten en slenken in Europa wordt gevormd door Vogezen en Zwarte Woud, (horsten) en de daartussen gelegen Bovenrijnse Laagvlakte (een slenk).