volksdemocratische republiek in Oost-Europa. Het land is 92 990 km2 groot en telt 10,4 milj. inwoners.
Het was tot 1918 een koninkrijk. Hongarije ligt in een uitgestrekt laagland, de Grote Hongaarse Laagvlakte, en wordt doorstroomd door de Donau en de Theiss. De vruchtbare bodem levert tarwe, maïs en suikerbieten. Ook de poesta, vroeger een eindeloze grassteppe, wordt steeds meer voor de landbouw ontsloten. Kenmerkend voor Hongarije zijn de paprika-velden. Ook is er wijnbouw: de tokayerwijn.
De veeteelt is van de grootste betekenis (paarden, runderen, varkens, gevogelte). Hongarije bezit slechts weinig ijzererts, steenkolen en bruinkool. Daarentegen is de bodem rijk aan bauxiet, de grondstof voor de fabricage van aluminium. De hoofdstad is Boedapest. In 1956 kwam Hongarije in opstand tegen het communistische bewind. Het verzet werd door de Russen gebroken.