1. leerling van de wijsgerige school die in de 4de eeuw v. Chr. door de Griekse filosoof Antisthenes werd gesticht en die leerde dat zo groot mogelijke soberheid en strenge zelfbeheersing het hoogste is dat de mens kan bereiken.
Waartoe deze opvatting kan leiden, toonde Diogenes; 2. spotter die met verachting alle goede zeden in de wind slaat en ook bij zijn medemensen geen enkele edele beweegreden voor hun handelingen veronderstelt.