(1869-1944). Geboren in de Haarlemmermeer, vocht in Indië (Atjeh) en werd later door dr.
Abr. Kuyper geïnteresseerd voor de politiek. Hij was sinds 1920 de onbetwiste leider van de Anti-Revolutionaire Partij. Bekend is hij vooral geworden door zijn strakke bezuinigingspolitiek als premier in de crisisjaren van 1933-1939 (politiek van de gave gulden). Tijdens deze crisis bereikte de werkloosheid een triest hoogtepunt. In 1941 werd hij door de Duitsers gearresteerd; hij stierf in een concentratiekamp.