in het burgerlijk wetboek opgenomen regeling, waarin staat wat eigenaars van aan elkaar grenzende stukken grond jegens elkaar moeten doen en laten. De een mag b.v. het afvalwater niet over de grond van de ander laten lopen, noch binnen zekere afstand van de grensscheiding hoge bomen planten.
Over zijn erf hangende takken mag men afsnijden als de buurman dit weigert; op het erf doorschietende boomwortels mag men afhakken. Krachtens een erfdienstbaarheid kan echter geoorloofd worden wat volgens het burenrecht verboden is.