Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Brug

betekenis & definitie

1. de oudste vorm van een brug is een over een beek gelegde boomstam. Ook de kunst uit taaie vezels hangbruggen te bouwen is reeds eeuwen bekend.

De Romeinen bouwden al stenen boogbruggen die ten dele, zoals die over de Tiber, nog bestaan. Tegenwoordig worden bruggen meestal uit staal of gewapend beton gebouwd. Men heeft ook bruggen met een ondersteuningsconstructie van staal en een gewapend-betondek. Naar de vorm worden onderscheiden: balkraambruggen, boogbruggen en hangbruggen. De overspanning van boogbruggen van staal of gewapend beton gaat tot meer dan 250 m. De grootste overspanning, bij enkele bruggen meer dan 1000 m, kan men verkrijgen met hangbruggen; bij dit type wordt de verstijfde rijbaan aan kabels of kettingen opgehangen. Als een brug zo dicht boven het water ligt dat de schepen er niet onderdoor kunnen, bouwt men hem als klapbrug of hefbrug; 2. zeemansterm voor de plaats op het schip waar onder leiding van het scheepscommando de navigatie plaatsvindt; vandaar ook commandobrug genoemd. Onafgebroken is hier een gediplomeerde stuurman aanwezig. Op de brug bevindt zich o.a. het stuurhuis met alle voor een veilige navigatie benodigde instrumenten en installaties. In de scheepsbouw verstaat men onder brug ook het in de midscheeps opgebouwde gesloten dek (brugdek). Op het voorschip heet zo’n opbouw „verhoogde bak”, op het achterschip „kampanjedek”.

< >