een brandbare vloeistof, die gemakkelijk verdampt en die vooral als motorbrandstof wordt gebruikt. Benzine wordt door destilleren uit aardolie verkregen en kan door een hernieuwde destillatie in de vluchtigere lichte benzine en de minder vluchtige zware benzine worden gescheiden.
De lichte benzine dient als motorbrandstof; de zwaardere soorten zijn oplosmiddelen voor de onttrekking van bepaalde bestanddelen en reinigingsmiddelen voor chemische wasserijen. Vetten lossen er zeer goed in op. De zwaarste benzinesoorten zijn weer brandstoffen. Scheikundig gezien is benzine een mengsel van vele koolwaterstoffen. Synthetische benzine kan uit steenkolen en bruinkolen worden bereid en wel door de kolen met behulp van waterstof vloeibaar te maken (Bergius-proces) of door watergas onder hoge druk met katalysatoren om te zetten in een soort ruwe aardolie (Fischer-Tropsch-proces). Door destillatie wint men hier benzine uit. Als de aardolievoorraden ooit uitgeput zouden raken, zou de synthetische benzine onmisbaar zijn om het motorverkeer gaande te houden.
In normale omstandigheden is de fabricage te duur om economisch te zijn. In oorlogsomstandigheden is dat anders: tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft men in Duitsland een groot deel van de benodigde benzine op deze wijze verkregen.