ook plastiek of sculptuur genaamd. De beeldhouwer maakt sculpturen (beeldhouwwerken) uit leem, hout, steen, ivoor, gips of brons.
Meestal modelleert de kunstenaar een klein „model”, dat hij daarna uitwerkt op ware grootte, wanneer hij zijn beeld in steen of hout gaat hakken. Dit vraagt veel technische vaardigheid. Het maken van een gipsen of terracotta beeld op ware grootte kan door de kunstenaar zelf gedaan worden. Voor het gieten van een bronzen beeld naar een gipsen ontwerp doet hij tegenwoordig echter meestal een beroep op de bronsgieterij. Het hoofdthema van de beeldhouwkunst is steeds de voorstelling van de mens geweest.