omvat staatkundig de volgende delen:
1. Birma (Eng.: Burma), een sedert 1948 zelfstandige republiek, belangrijk door de uitvoer van rijst en thee. De hoofdstad is Rangoon;
2. het koninkrijk Thailand (Siam), het land van de witte olifanten, met de hoofden havenstad Bangkok;
3. Indochina, bestaande uit Noord- en Zuid-Vietnam, Laos en Cambodja, waar jarenlang een felle strijd werd gevoerd tussen Zuid-Vietnam enerzijds en de Vietcong en Noord-Vietnam anderzijds. Ook in Cambodja en Laos woedde een langdurige oorlog tussen de communisten en hun tegenstanders, die in het voordeel der communisten werd beslist. Indochina voert vooral rijst en rubber uit;
4. Maleisië, omvattende: Malakka en de voormalige Britse gebieden Sarawak, Brunei en Sabah op Noord-Borneo. Malakka, met de grote, onafhankelijke handelsstad Singapore, is het belangrijkste tin- en rubbergebied ter wereld. Achter-lndië heeft een moessonklimaat. De temperatuur is tropisch. Achter-lndië wordt doorsneden door de uitlopers van de Himalaja. Tussen deze bergketens liggen langgerekte, diepe lengtedalen, waarin rivieren stromen die in delta’s in de zee uitmonden. Deze delta’s zijn moerassig en ongezond. Maar hierin liggen de grote rijstvelden, waardoor Achter-lndië de grootste uitvoer van rijst heeft.