z.n.m. samengetr. uit Toppen-want (want dat aan de toppen zit.) Touw. dat, ter weêrszijde aan de nokken van de ra vast gemaakt, dient om deze te Toppen. Enkele toppenant (die door een strop of ring loopt.) Dubbele toppenant (die door een blok loopt.) Bovenbramtoppenant, Marstoppenant, Groote toppenant, enz Looze toppenant.
Toppenant der bezaansra (Zie bekaaier).