o.w.
1. Onder den wind draaien, met een marszeil vol en een tegen, ten einde het schip langzaam te doen voortgaan.
2. Gedwongen naderen: Wy noodzaakten hem by te draaien. Dat schip wilde het klaringsvaartuig ontzeilen; maar een schot met los kruit bracht hem tot andere gedachten en deed hem bydraaien.
3. In ’t gevecht bydraaien is: zich overgeven.
Spreekwijze: Hy draait by (hy drijft zijn opzet niet door, volhardt niet in zijn meening, geeft het op.)
Voor de nacht bydraaien, om den wal niet te na te komen (tijdige voorzorg nemen).