leer die inhoudt dat de geestelijke en lichamelijke eigenschappen van een mens, alsmede zijn lot, bepaald worden door de stand van de hemellichamen op de voor het betreffende individu belangrijke levensmomenten. Vanaf de tijd der Babyloniërs tot aan de onze heeft de A. een belangrijke rol gespeeld.
Na de ontdekking van Copernicus, die zei dat de planeten zich in een cirkel om de zon bewegen, verloor de A. voor de wetenschap haar betekenis, omdat in het stelsel van Copernicus geen plaats is voor beïnvloeding van de hemellichamen. De A. was van groot belang bij de Azteken, Incas, Egyptenaren, Perzen, Chinezen, etc. en begint tegenwoordig weer in populariteit toe te nemen.
