Ziekenverpleging, Vereeniging voor - Prinsengracht 769, werd in 1843 opgericht met het doel vrouwen op te leiden tot het vak van "pleegzuster". De behoefte aan goede verpleegkundigen werd vooral gevoeld in de jaren 1831 tot 1837, toen Europa geteisterd werd door een cholera-epidemie. De eerste verpleegsters in A. waren religieuzen, die zich aan de O.Z. Voorburgwal vestigden. De protestanten konden niet achterblijven; vier artsen en drie zakenlieden richtten in 1843 de "Vereeniging voor Ziekenverpleging" op.
De man die een grote rol speelde bij de oprichting, was de dichter en geneesheer J.P. Heije*. In 1844 werd een pand gehuurd aan de Binnen-Amstel, vanwaar de eerste pleegzusters uitzwermden om zieken te verzorgen. Op 11 juni 1857 opende de "Vereeniging" een klein ziekenhuis aan de Prinsengracht 767-771. De gevel van dit oudste ziekenhuis van A. werd ontworpen door architect J.H. Leliman (1828-1910). In de loop van de jaren breidde het aantal bedden zich uit van zes in 1858 via 65 in 1906 tot 100 in 1958. De eerste operatiekamer, een nieuwigheid in A., werd in 1886 in gebruik genomen.
De inrichting, die herhaaldelijk werd uitgebreid en gemoderniseerd, werd in 1914 als noodziekenhuis aangewezen voor het geval dat Nederland ook in de Eerste Wereldoorlog zou worden betrokken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende het ziekenhuis als opvang voor gewonde Duitse officieren. Na 1945 ontwikkelde het zich langzamerhand van verpleeginrichting tot behandelcentrum, wat ertoe leidde dat de röntgenafdeling en het laboratorium werden gemoderniseerd. In 1977 werd de verpleegkundigenopleiding opgedoekt en ondergebracht bij de Stichting Opleiding Verpleegkundigen Amsterdamse Ziekenhuizen. In dec. 1987 werd het Prinsengracht- ziekenhuis aangewezen als toekomstig binnenstadsziekenhuis, waarbij men in de plannen uitging van uitgebreide steun aan huisartsen en wijkverpleegkundigen. Voor de Boerhaavekli- niek* betekende dit de sluiting. Staatssecretaris Simons besloot op 12 juni 1993 dat het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis* en het Prinsengrachtziekenhuis moesten fuseren. Het laatste binnenstadsziekenhuis werd daardoor een polikliniek van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Oost.
LIT. H.W.J. de Boer, Prinsengracht Ziekenhuis, 1983; id., Het nieuwe hospitaal, O.A. 1986, 170; id., De Prinsengracht de gracht in?, Nederlandse Historiën, april 1987; Bernice Willemsen, Gasthuismeid werd verpleegkundige, O.A. 1992, 270.