Zeeliedenstaking - In A. waren de Jordaan* en Kattenburg* van oudsher de buurten waar verschillende relletjes, opstanden* en stakingen begonnen. De staking van 1911 van zeelieden en bootwerkers had zeker wat de laatste groep betreft een sterk Kattenburgs karakter. Nadat op een internationale conferentie van transportarbeiders in 1908 te Wenen een lijst was opgesteld van gewenste verbeteringen voor werknemers, schreef de afdeling Amsterdam van de Algemene Nederlandsche Zeelieden Bond op 12 mei 1911 een brief aan zeven in A. gevestigde stoomvaartmaatschappijen, waarin werd gevraagd om onderhandelingen te openen over verbetering van de lonen. Slechts één maatschappij antwoordde, drie andere ondernemingen verhoogden de gages, de rest liet niets van zich horen. Op een vergadering in gebouw Plancius* werd toen met overweldigende meerderheid besloten tot een staking.
De staking, waar zich later ook de scheeps- en bootwerkersvereniging 'Recht en Plicht' bij aansloot, brak uit op 14 juni. Het conflict laaide verder op, toen op 5 juli op Kattenburg een bootwerkersbaas onder begeleiding van de politie naar zijn werk gebracht moest worden. De politiemacht werd versterkt met huzaren, er werd met scherp geschoten en de volgende dag werd Kattenburg van de rest van de stad afgesloten. De regering schrok van de schietpartij en verschillende ministers, onder wie Colijn en Talma*, kwamen naar A. voor besprekingen. Minister Talma bood zich aan als bemiddelaar in het conflict. De stakers konden de staking echter niet langer volhouden. Op 26 juli hieven de leden van Recht en Plicht op een bijeenkomst in het Paleis voor Volksvlijt* de staking op. De volgende morgen gingen de bootwerkers van Kattenburg weer aan het werk.Wekenlang hadden ze niets verdiend, maar toch hadden ze wel iets bereikt. Met ingang van 1 oktober werd hun uurloon 27½ cent, terwijl voor nachtarbeid en zondagsarbeid vier dubbeltjes per uur kregen. De
zeelieden gingen nog twee weken door met staken, maar ook zij besloten na een vergadering op 9 augustus een einde aan de staking te maken. De schrijver Jan Mens* wijdde in 1950 de roman "Er wacht een haven" aan deze staking.
LIT. Dr. J.M. Fuchs. Amsterdam, een lastige stad, 1970.