XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Wijnkoop, David Jozef (1876-1941)

betekenis & definitie

Wijnkoop, David Jozef (1876-1941) - Zoon van rabbijn Jozef David Wijnkoop en Dientje Nijburg, juweliersdochter uit Londen. David groeide op in de Jodenbuurt*, eerst op de Nieuwe Herengracht, later in de Plantage Middenlaan. Hij bezocht het Barlaeusgymnasium*, studeerde Nederlands aan de Gemeente-universiteit* en nam in 1909 deel aan het Internationale Socialistische Studentencongres in Parijs. Voor Wijnkoop was socialisme een politieke bezigheid met de consequentie op te komen voor de armen en onderdrukten. Daardoor belandde hij bij de jonge SDAP, de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij.

In 1901 was hij voorzitter van de Amsterdamse afdeling III van de SDAP in de Jodenbuurt. Nadat er in 1909 een afscheiding van de SDAP plaatsgevonden had en de SDP (Sociaal-Democratische Partij) ontstaan was, werd Wijnkoop voor de SDP in de Tweede Kamer gekozen. De SDP veranderde op 17 nov. 1918 haar naam in Communistische Partij Holland. Voor deze partij werd Wijnkoop op 2 sept. 1919 lid van de gemeenteraad van A., waar hij bekend stond om zijn felle redevoeringen. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd hij als communist opgepakt en geïnterneerd in de strafgevangenis van Hoorn. Hij overleed op 7 mei 1941 en werd begraven op Westerveld. De oud-wethouder S.R. de Miranda*, Wijnkoops grote tegenstander, zei tijdens de teraardebestelling: "Een wachter was hij, geen pestkop, een lastpost, maar geen treiter".

LIT. E. Weber, David Wijnkoop (1876-1941). Een "lastig"gemeenteraadslid, O.A. 1987, 184.

< >