XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Werkliedenverenigingen

betekenis & definitie

Werkliedenverenigingen - In 1861 legde de Amsterdamse typograaf Petrus Wertheyn de grondslag voor de Algemene Nederlandse Typografenbond, de eerste vakbond in Nederland. Anderen - metaalbewerkers, diamantslijpers, sigarenmakers, timmerlieden en meubelmakers - volgden later. Vanaf 1866 kwamen er meer werkliedenverenigingen, die zich in een behoorlijke belangstelling mochten verheugen. In 1871 werd in A. het Nederlands Werkliedenverbond opgericht, een schepping van de meubelmaker B.H. Heldt (1841-1914).

De oprichting van het Protestants-christelijke Werkliedenverbond Patrimonium* volgde in 1876. De initiatiefnemers waren Klaas Kater*, metselaar, en Bart Poesiat*, brouwersknecht. De eerste sociaal-democratische vereniging in A. ontstond in 1878, op initiatief van Hendrik Gerhard*; in 1881 kwam daar de Sociaal-Democratische Bond uit voort. De R.K. Volksbond werd in 1888 gesticht door W.C. Pastoors (1856-1916), sigarenmaker. In 1868 had de R.K. Sint Josephsgezellenvereniging* in A. reeds een afdeling; oprichter was jhr. H.J.C.M. van Nispen tot Sevenaer (zie: Van Nispenhuis) destijds priester in het bisdom Haarlem. De eerste vereniging voor verbetering van de maatschappelijke omstandigheden van de arbeiders was in 1853 opgericht onder de naam Maatschappij voor den Werkenden Stand*.

LIT. L.G.J. Verberne, De Nederlandse arbeidersbeweging in de negentiende eeuw, 1950; B. Ram, Evert Hendrik Hartman, een vergeten pionier, O.A. 1965, 318; J.J. Brugmans. De arbeidende klasse in Nederland in de negentiende eeuw, 1967; Martin Schouten, De socialen in aantocht, 1976.

< >