Vorrink, Jacobus Jan (Koos) - Vorrink werd op 7 juni 1891 geboren in Vlaardingen, studeerde aan de Haarlemse Rijkskweekschool en werd lid van de Kwekelingen Geheelonthouders Bond. Onder zijn leiding groeide deze bond uit tot een grote landelijke beweging met 600 leden. In 1920 kreeg hij de taak een socialistische jeugdvereniging (AJC) op te bouwen. Inmiddels had Koos Vorrink zich blijvend in A. gevestigd in de Van der Pekstraat (A.-Noord). De AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) groeide sterk tot een centrale van 10.000 leden, met Amsterdam als grootste afdeling.
Het hoofdkantoor werd gevestigd op de Reguliersgracht 78. Vorrink had de gave goede medewerkers aan te trekken. De AJC werd versterkt met mensen uit zijn eigen KGOB als Herman Molendijk, Piet Schumacher, Piet Tiggers en Klaas Toornstra. Andere krachten die vernieuwing brachten in het jeugdwerk waren Ben Groeneveld, Henk van Laar*, Jan Stoovelaar en Lino Tiggers. Op 1 april 1934 werd Vorrink voorzitter van de SDAP. Hij stond aan de basis van "Het plan van de Arbeid", dat door de SDAP in 1935 werd gelanceerd.
In april 1943 werd hij opgepakt en vastgezet in het concentratiekamp Sachsenhausen. Na de bevrijding werd hij in 1946 voorzitter van de Partij van de Arbeid. Januari 1949 was hij aan boord van een vliegtuig dat in Denemarken neerstortte. Na herstel keerden zijn oude krachten echter niet meer terug en op 19 juli 1955 overleed hij. Zijn gedachtegoed heeft hij neergelegd in vele artikelen, brochures en boeken, o.a. in "Om de vrije mens der nieuwe gemeenschap" (1933).
LIT. André van der Louw, Rood als je hart, 1974; Leo Hartveld, Frits de Jong Edz., Dries Kuperus, De Arbeiders Jeugd Centrale AJC, 1982; Biografisch woordenboek (Rode encyclopaedie), dl. 2, 1985.