Straatmakers - De gemeente had in de jaren zestig gemiddeld 250 straatmakers (niet: stratenmakers) in dienst. Ze waren verdeeld over twee soorten ploegen: 24 grote en 20 reparatieploegen. Een grote ploeg bestond uit 6 straatmakers, die elk een opperman en een hulpman hadden; een reparatieploeg had 4 straatmakers, ook elk met een opperman en een hulpman. Door de asfaltering is het aantal straatmakers verminderd. In 1990, bij het instellen van de laatste stadsdelen*, werd de straatmakerswerf* als "materiaaldienst" een onderdeel van Stedelijk Beheer*.
LIT. Elka Schrijver, Laag bij de grond, O.A. 1972, 344.