XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Stadszwanen

betekenis & definitie

Stadszwanen - In 1673 verkeerde A. in geldnood. Bovendien moest het traktement van de tweede pensionaris met ƒ 800 worden verhoogd. Dat bedrag moest de stedelijke overheid vinden zonder de stadskas ermee te belasten. Op voorstel van burgemeester Coenraad van Beuningen* zijn toen de stadszwanen, waarvan het onderhoud en de aanschaf van jonge zwanen jaarlijks ƒ 800 beliepen, afgeschaft. Er was een apart stadszwanenhok, dat lang bij de Regulierspoort* geweest is en er was een aparte zwanenbewaarder, een stadsbeambte, voor wie in 1549 een instructie werd vastgesteld, waarin o.a. stond dat hij in het voorjaar voor voldoende "ruyghte" moest zorgen ten behoeve van de zwanen die broeden wilden.

De burgemeester, onder wie deze beambte en dus de zwanen ressorteerden, had de sierlijke titel van "pluimgraaf". Vondel* heeft de zwanen bezongen, Rembrandt* tekende ze en de schout*, burgemeesters* en schepenen* droegen de dieren een goed hart toe, omdat zij met Sint Maarten* er een in de pot kregen. Wanneer de zwanen voor het eerst in de stadsgrachten zwommen, is niet bekend; burgemeester Van Beuningen zei, dat zij er waren "voor menschen gedencken". In 1959 kocht de gemeente in Schiedam vijftig tamme zwanen. Ze werden op 8 april in de Sloterplas* losgelaten. Het doel was stadsverfraaiing, maar ook was er nog een nuttiger doel: het schoonhouden van de plas van algengroei. Sinds 1973 is de verzorging van deze watervogels toevertrouwd aan een gemeentelijke pluimgraaf. Gedurende de laatste vijfentwintig jaar worden niet alleen de inheemse zwanensoorten verzorgd, maar ook siereenden, waaronder de mandarijneend, de Peposaca-eend, de Chili-taling en de Amerikaanse smient, zwarthals- en zwarte zwanen en Canadese ganzen.

LIT. Gerda Kooger, Stadszwanen, O.A. 1997, 175.

< >