XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Spinhuis

betekenis & definitie

Spinhuis - Aan het eind van de 16de eeuw hield de magistratuur zich bezig met de vraag, wat het beste middel zou zijn om misdadigers te straffen, zowel in het belang van de misdadiger als dat van de maatschappij. Men besloot tot het volgende: aan de Heiligeweg werd voor mannelijke delinquenten het Rasphuis* gebouwd en aan de O.Z. Achterburgwal verrees voor vrouwen het Spinhuis. Tot de oprichting van het laatste werd in 1596 besloten. Het gebouw van het voormalige Sint Ursulaklooster werd tot dit doel verbouwd, maar is in 1643 geheel afgebrand.

Boven de ingang las men het vers: "Om schamele Meyskens, Maegden en Vrouwen, 't Bedelen, leeg gaen en dool- wegh te schouwen, Is dit Spinhuys ghesticht". Twee jaar later is het Spinhuis in de trant van die tijd weer opgebouwd. De ingang van het huis, waar vrouwen die het pad van de deugd verlaten hadden, aan het spinnen werden gezet, was in de Spinhuissteeg. Aanvankelijk werd in het Spinhuis niet gestraft. Dat werd anders, toen hier het uitvaagsel van de vrouwelijke bevolking een plaats kreeg. In 1607 had Hendrick de Keyser* het poortje voor het gebouw met een reliëf in marmer gemaakt, dat de Justitie afbeeldt met een gesel, waarmee twee tuchtelingen bedreigd worden. Daarbij dichtte P.C. Hooft* zijn beroemd geworden regels: "Schrik niet.

Ik wreek geen quaat, maar dwing tot goet, Straf is mijn hand, maar lieflijk mijn gemoet". In 1782 zijn reliëf en vers overgebracht naar het Spin- en Nieuwe Werkhuis* aan de Nieuwe Kerkstraat, waarin de spinhuisvrouwen voortaan zouden wonen. In dat jaar werd het oude Spinhuisgebouw tijdelijk in gebruik genomen als r.-k. weeshuis, nl. tijdens de bouw van het Maagdenhuis*. Het heeft daarna nog verschillende bestemmingen gehad, o.a. in de Franse tijd belastingkantoor en gevangenis. Later, in 1833, is het bestemd tot hoofdcommissariaat van politie, en toen het gebouw in 1911 werd verbouwd, is het reliëf teruggebracht. De dichtregels werden eveneens weer gebeeldhouwd in een nieuwe cartouche. Toen in 1941 het nieuwe Hoofdbureau van politie aan de Elandsgracht gereedgekomen was, werd het Spinhuis door de Politie verlaten (zie ook: Willige Rasphuis). Het is nu in gebruik bij de U.v.A.

LIT. M.G. Emeis jr, Per scheve schaats naar Spinhuis en schavot, O.A. 1976, 40; Lotte van de Pol, Vrouwencriminaliteit in de Gouden Eeuw, O.A. 1982, 266; id., Het Amsterdams hoerdom, 1996.

< >