XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Speeltuinen

betekenis & definitie

Speeltuinen - Amsterdam heeft er 56, waarvan de verantwoording ligt bij de stadsdeelraden. De oudste is die in het Tweede Weteringplantsoen, bij het Weteringcircuit, gesticht in 1880 door Nicolaas Tetterode (1816-1894). In 1914 ontstond in de Elandsstraat de speeltuinvereniging "Ons Genoegen", waar spel en muziek de ruggengraat vormden.

De "Vereeniging van het Volksvermaak" (V.V.V.) opende in 1881 de tweede speeltuin aan de Marnixstraat tegenover de Westerstraat. in de jaren 1896-1897 liet de Vereeniging "Ons Huis"* aan de Nassaukade en Overtoom de derde en vierde speeltuin aanleggen. Lag speeltuin nummer 5 in de Bilderdijkstraat, op initiatief van C. van Heemstede Obelt werd in 1897 de zesde speeltuin (Wilhelminaspeelplaats) op de Hoogte Kadijk geopend. Op 17 juni 1900 richtte

U. J. Klaren* de Vereeniging Oosterspeeltuin op. Vader Klaren, zoals zijn bijnaam luidde, was een arbeider, wonend op Wittenburg. Hij kende dus uit eigen aanschouwing het gebrek aan plezier, aan ontspanning voor de arbeiderskinderen in de stad, en hij kwam, evenals Nicolaas Tetterode dat vóór hem deed, op het idee een speeltuin te stichten, waar de kinderen onder leiding hun levenslust konden botvieren. Aanvankelijk kon Klaren zijn medearbeiders niet voor zijn plan interesseren; hij werd er integendeel belachelijk mee gemaakt, maar in de zomer van 1900 lukte het hem toch tien geestverwanten te vinden, die samen

met hem de Vereeniging Oosterspeeltuin* oprichtten. Nog geen twee jaar later, april 1902, werd aan het begin van de Czaar Peterstraat een speeltuin geopend. Het stadsbestuur stond de grond af, de jonge vereniging zorgde voor een behoorlijke afrastering en, voor zover dat met de zeer bescheiden, met losse centen bijeengebrachte middelen ging, ook voor de inrichting van de tuin. Het begin was er en het werk sloeg in, zowel bij de jeugd als bij de volwassenen. De jeugd amuseerde zich hier, de volwassenen hadden minder last van straatschenderij in deze buurt. In 1917 werd de Bond van Amsterdamse Speeltuinvereenigingen opgericht, waaruit in 1937 het Amsterdamse Speeltuin Verbond ontstond (12.500 leden), dat nauw ging samenwerken met de Bond van Amsterdamse Katholieke Speeltuinvereenigingen (2.500 leden). Beide verenigingen sloten zich aan bij de in 1931 opgerichte Nederlandse Unie van Speeltuinorganisaties (Nuso), die ongeveer 700 speeltuinverenigingen ging vertegenwoordigen. De Noorderspeeltuin, op het Karthuizersplantsoen in de Jordaan, bestond in 1983 75 jaar en ter gelegenheid daarvan werd deze geheel vernieuwd en door een afgevaardigde van het gemeentebestuur op 1 okt. heropend.

LIT. A.F.K. Parée, Speeltuinbeweging 50 jaar, O.A. 1950, 212; J.H. Kruizinga, Adieu Kattenburg, 1966, 140; M.G. Emeis jr, Speeltuin no. 1 op 8 mei 1880: openbaar en open, O.A. 1980, 157; Henny en Dick Neyssel jr, Speeltuinvereniging Amsterdam-Zuid, 1921-1986, 1986; G.C. Meijer, De bakermat van Ruud Gullit, Willy Alberti en Johnny Jordaan, O.A. 1989, 161; L. Göbel, Openbare kinderspeelplaatsen, O.A. 1999, 130.

< >