Schiphollijn - De Schiphollijn, de spoorverbinding van A. via Schiphol* naar Den Haag en Rotterdam, waarvan de zuidtak tot de RAI* op 1 juni 1981 door koningin Beatrix in gebruik gesteld werd, betekende een betere verbinding van de hoofdstad met het zuidwesten en een aansluiting van Schiphol op het landelijke spoorwegnet. De voorgeschiedenis van deze lijn ligt in de in 1852 drooggelegde Haarlemmermeer, waar burgemeester Amersfoordt al in 1864 pleitte voor een directe spoorlijn tussen A. en Leiden. Voor dit plan werden zelfs aandelen uitgegeven, gestimuleerd door koning Willem lil. Een van de aandeelhouders was veldwachter Flipse uit Hoofddorp, die later meer bekendheid kreeg als personage in de boeken van Dik Trom. Het plan ging niet door en de aandeelhouders kregen hun geld terug (zie ook: Haarlemmermeerspoorweg).
Pas 117 jaar later zou dit plan, enigszins gewijzigd, worden uitgevoerd. Schiphol speelde in het plan van mr Amersfoordt natuurlijk nog geen rol, want pas in 1920 startte daar de burgerluchtvaart. Aan het einde van de jaren dertig, toen A. een sterke groei naar het zuiden te zien gaf, werd het vraagstuk van de raillijn weer actueel. Men ging er toen van uit dat deze lijn met een boog om de luchthaven heen moest lopen. Maar door de stormachtige ontwikkeling van Schiphol kon men de luchthaven niet links laten liggen. Vlak voor de oorlog was er een plan voor een station op het Kleine-Gartmanplantsoen als eindpunt van een nieuwe spoorlijn A.-Den Haag. In 1962 werd in een memorandum van de NS, de gemeenten A., Den Haag en Leiden, de luchthaven en de KLM gesproken over de Schiphollijn. Zij pleitten bij de minister van Verkeer en Waterstaat voor de snelle aanleg van een spoorlijn, die zou beginnen in de buurt van het Rijksmuseum en via Schiphol en Leiden zou eindigen bij het toen nog te bouwen station Den Haag CS. Hiertegen rees echter in de loop van de jaren verzet, zodat uiteindelijk besloten werd tot een voorlopig eindpunt bij de Minervalaan. Op 20 dec. 1978 werd het eerste deel van de Schiphollijn door minister Tuynman van Verkeer en Waterstaat geopend.
Toen werd in het stationsgebouw op Schiphol een in brons uitgevoerde plaquette onthuld, waarop een embleem voorkomt, ontleend aan het uit 1864 daterende plan van burgemeester Amersfoordt. In 1981 werd de Schiphollijn doorgetrokken tot de RAI, de feestelijke opening vond plaats op 1 juni 1981. Eind 1981 werd besloten tot de aanleg van de westelijke tak van de Schiphollijn, door de tuinsteden, waardoor een verbinding met het Centraal Station mogelijk werd, dat voor dit doel grondig verbouwd werd. In 1983 werd de Hemspoortunnel* onder het Noordzeekanaal opengesteld. Aan de Amsterdamse kant werd de spoorlijn verlegd en kwam er een nieuw station Sloterdijk op enkele honderden meters van het bestaande station Sloterdijk* langs de lijn naar Haarlem. Op 30 mei 1986 volgde de opening van de westelijke tak van de Schiphollijn, die eveneens langs het nieuwe station Sloterdijk voert, zodat reizigers van en naar Schiphol kunnen overstappen op treinen naar en van Zaandam.
In A.-West kwam er een station boven de Cornelis Lelylaan. In 1993 is de zuidtak van de Schiphollijn doorgetrokken naar Almere en Lelystad en naar het oosten en noorden van Nederland via het station Duivendrecht, waar men kan overstappen op de metro en de treinen naar Utrecht. Vanaf 1996 rijdt de Franse hogesnelheidstrein Thalys van Parijs via Schiphol naar Amsterdam; de eerste jaren nog via bestaand spoor, maar later via een nog aan te leggen sneltracé. Rond 2006 zullen A. en Schiphol via de Utrechtboog bij de Amsterdam Arena worden aangesloten op de Duitse HSL (ICE). Inmiddels is de Schipholspoorlijn tussen Hoofddorp en de splitsing in west- en zuidtak uitgebreid van twee naar vier sporen.
LIT. J.L.J. Meiners, Van hoofdstad naar hofstad, O.A. 1981, 107 en 130; Ringspoorkrant, uitgave NS. van 1 juni 1986; Voltooiing Schiphollijn heeft belangrijke gevolgen, Schipholland juli 1986; Jan Willem de Wijn, Alle wegen leiden naar Schiphol, Schipholland dec. 1986.