Ruijter, Michiel Adriaenszoon de - Michiel Adriaenszoon de Ruijter (1607-1676), luitenant-admiraal en de grootste vlootvoogd uit de Nederlandse geschiedenis, woonde jarenlang in A., van welke stad hij zelfs in 1653 het grootburgerrecht kreeg, een zeldzaam voorrecht in die dagen. In dat jaar kwam hij in de stad wonen en koos in 1661 een eenvoudige woning aan de Buitenkant op het Nieuwe Waalseiland. Een deel van de gevel, Prins Hendrikkade 131, is nog behouden en bevat een steen die herinnert aan het verblijf van de admiraal. Zijn kerkbank is ook bewaard gebleven en later overgebracht naar de Prinsessekerk* in de Van Hallstraat en, na afbraak ervan, terug naar de Sint Olofskapel*.
De admiraal is met grote plechtigheid begraven in de Nieuwe Kerk*, waar een graftombe voor hem is opgericht, een van de mooiste praalgraven van Rombout Verhulst. Een door Ferdinand Bol* geschilderd portret van De Ruijter hangt in het Rijksmuseum. De De Ruijterkade aan het IJ en de Admiraal de Ruijterweg zijn naar hem genoemd.
LIT. M.C. Emeis jr, Rampjaar 1672, O.A. 1972, 354; Marius van Melle, Johan Elias over regenten en De Ruijter, O.A. 1998, 180.