Prinsen Geerligs, Reina - Reina Prinsen Geerlings (1922-1943), verzetsstrijdster, werd in Sachsenhausen gefusilleerd. Ter nagedachtenis aan haar werd op 27 apr. 1970 in de naar haar genoemde straat in Slotermeer een plaquette onthuld en aangeboden aan de leraren en leerlingen van het Cartesiuslyceum, Piet Mondriaanstraat 140. Op de plaquette, vervaardigd door de beeldhouwer C.B.M. Otten, staat een gedicht, dat eindigt met de woorden: "Opdat je beter zult gaan. Opdat je beter zult verstaan.
Wat het wil zeggen mens te zijn". Naar haar werd ook de Prinsen Geerligs-HAVO, Derkinderenstraat 79, genoemd. Deze school begon haar bestaan in 1958 als dependance van de Gemeentelijke Middelbare Meisjesschool* in de Gerrit van der Veenstraat. Via noodscholen aan de Apollolaan, Amstelveenseweg en Derkinderenstraat werd de school in 1963 van "filiaal" een zelfstandige inrichting. De Reina Prinsen Geerligsprijs werd door haar ouders ingesteld voor jonge letterkundigen. Hij werd voor het eerst toegekend in 1947 aan Simon van het Reve voor zijn roman "De Avonden". Sindsdien werd de prijs nog uitgereikt aan 23 jonge letterkundigen, voor het laatst in 1976 aan Oek de Jong (voor "De handen van Moeskops") en Joty 't Hooft (voor "Junkieverdriet").
