Planetarium (I) - Het Planetarium, in 1738 gebouwd en in 1756 verbeterd door Jan van Dam, werd gedreven door een uurwerk met secondeslinger, dat zich in het voetstuk bevond. Eenmaal per maand moest de klok worden opgewonden. Een polyeder (veelvlakker), bestaande uit 19 vlakke glasplaten, omsloot het eigenlijke planetarium. Tot in de 19de eeuw was het instrument in het bezit van de Maatschappij Felix Meritis. In 1889 werd het geschonken aan de Universiteit van A.
In 1970 werd het planetarium van het Fysisch laboratorium overgeplaatst naar het Sterrenkundig Instituut van de Universiteit. Na een vakkundige reparatie door J.P.P. Hogen werd het in dat jaar weer in werking gesteld. Het is waarschijnlijk het oudste permanent in werking zijnde planetarium in Nederland. Het werd in 1973 in bruikleen afgestaan aan de "Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum", Kattenburgerplein 1.
LIT. Dr D. Koelbloed, Een Amsterdams Planetarium uit 1756, O.A. 1974, 338.