XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Nozem

betekenis & definitie

Nozem, "door sociale onlustgevoelens beheerste branieschopper, die in de avonduren zijn tijdelijk gelijk zoekt in stoere kledij of machtsvertoon op straat, gewoonlijk met soortgenoten" (Bargoens woordenboek). In augustus en september 1955 verscheen in Vrij Nederland een reportage van Jan Vrijman over de opgeschoten bandeloze straatjeugd. Vrijman gebruikte als eerste voor de groep jongeren het woord "nozem". "De nozems staan op de hoeken van de Nieuwendijk", schreef Vrijman, "..., ze schreeuwen en tieren, ze gooien en smijten, ze bemoeien zich met iedereen. Maar wie bemoeit zich met de nozems? Niemand".

Ed van der Elsken* maakte de later beroemd geworden foto's bij deze reportage. De oorsprong van het woord nozem is niet bekend. Ook kwamen wel afgeleide namen voor als: swingnozem en bromnozem. De naam verdween midden jaren zestig en de provobeweging nam de nozems op als provotariaat.

LIT. Enno Endt en Lieneke Frerichs, Bargoens woordenboek, 1974; Ed van der Elsken, Amsterdam, 1979.

< >