XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Muziekbibliotheek, Openbare

betekenis & definitie

Muziekbibliotheek, Openbare - De Duitse musicoloog dr. Paul Marsop, die in 1902 te München een uitleenbibliotheek voor muziek stichtte, hield in het voorjaar van 1914 een lezing in A. over zijn arbeid. Als gevolg daarvan werd ook hier een muziekbibliotheek geopend in de Agnietenschool met een door schenkingen bijeengebrachte verzameling. In 1919 werd een ruimte in de Openbare Leeszaal* betrokken. Een streven naar concentratie van verschillende Amsterdamse muziekbibliotheken kreeg in 1937 zijn beslag.

De Openbare Muziekbibliotheek verliet toen de intussen te klein geworden ruimten in de Openbare Leeszaal en werd, gezamenlijk met de Bibliotheek van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst* en enige andere collecties, in een schoolgebouw ondergebracht in de Dufaystraat hoek De Lairessestraat. Een nieuw tehuis kregen de aldus gecentraliseerde muziekbibliotheken in 1951 in het schoolgebouw Eerste Jacob van Campenstraat 59, waar ook het Instituut voor Muziekwetenschap* was ondergebracht. In 1953 werd begonnen met een discotheek voor gebruik ter plaatse, een platenverzameling die sindsdien aanmerkelijk is uitgebreid en veel geraadpleegd wordt. De er opvolgende decennia brachten decentralisatie van dit soort collecties naar de Openbare Bibliotheek aan de Prinsengracht (in 1984).

LIT. J.R. Le Cosquino de Bussy, Muziekbibliotheken, Uit de leeszaalwereld, 1949.

< >