XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Mengelberg, Jozef Willem (1871-1951)

betekenis & definitie

Mengelberg, Jozef Willem (1871-1951) - In 1895, toen Willem Kes*, de eerste dirigent van het Concertgebouworkest*, een benoeming in Glasgow had aangenomen, waagde de leiding van de N.V. Het Concertgebouw* het om uit Luzern, waar hij als dirigent optrad, de toen 24-jarige Willem Mengelberg naar A. te halen als leider van het orkest. Hoewel men wist dat deze jongeman een grote naam als pianist had en ook reeds als dirigent, achtte men hem eigenlijk te jong. Maar nimmer heeft het bestuur de keuze behoeven te betreuren als het om de artistieke prestaties van Mengelberg ging. Hij heeft het orkest ontwikkeld tot een van de beroemdste ter wereld en al moge hij niet altijd gemakkelijk zijn geweest, vaststaat, dat hij inderdaad een orkestleider van buitengewone begaafdheid was.

Hij heeft in zijn lange loopbaan in A., die hij geregeld moest onderbreken, omdat het buitenland voortdurend een beroep op hem deed om er als gastdirigent op te treden, vele nieuwe componisten bij het publiek geïntroduceerd. Van hen vooral Mahler, voor wie hij een grote verering had en met wie hij innig bevriend was. Zijn houding tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft vele controversen gewekt. Hem werd een tijdelijk dirigeerverbod opgelegd. Hij overleed in zijn Zwitsers chalet, kort voor het einde van de uitsluitingstermijn.

LIT. Mr. S.A.M. Bottenheim, Prisma Encyclopedie der muziek, II, 1957; Leo Samama, Componisten in Amsterdam, O.A. 1980, 54; Pauline Micheels, Muziek in de schaduw van het Derde Rijk, 1993; F. Zwart, Willem Mengelberg, dissertatie, 1999; Paul Arnoldussen en Annemarie de Wildt (red.), Stadsgezichten; honderd grote Amsterdammers uit de twintigste eeuw, 1999; Pay-Uun Hiu, Jee, dit is de Mengelbergkamer, De Volkskrant, 76 aug. 2001.

< >