Lutherse Kerk, Oude - De Oude Lutherse Kerk, aan het Spui hoek Singel, werd in 1632-1633 gebouwd op een onregelmatig grondvlak. Het architectonisch niet zeer belangrijke, maar in het stadsbeeld ter plaatse wel aantrekkelijke gebouw heeft in het interieur een rechthoekige ruimte, omgeven door galerijen, die rusten op Toscaanse, Dorische en Ionische zuilen. De oude gebrandschilderde ramen zijn reeds lang verdwenen, maar de kansel is er nog. In 1925 is het gebouw, dat ernstige tekenen van verzakking begon te vertonen, zeer grondig gerestaureerd onder leiding van architect A.A. Kok*.
Alles wat vorige geslachten bovendien aan het inwendige hadden verknoeid door overschilderingen, enz. werd verbeterd en overbodige betimmeringen werden verwijderd. Het gebouw is oorspronkelijk in de plaats gekomen van het pakhuis "De Vergulde Pot"*, waar de lutheranen, die uit Duitsland gekomen waren, na 1600 vergaderden. (In 1588 hadden zij reeds een voorganger aangesteld.) Langzamerhand waren de zeven aangrenzende huizen erbij getrokken en de muren doorgeslagen tot één grote ruimte. Maar in 1631 gaf de stadsregering toestemming om in plaats van deze schuilkerk* een nieuwe kerk te bouwen, mits de gevel niet te zeer van de oude huizengevel zou afwijken, hetgeen ook nog wel te zien is. Volgens een oud verhaal hebben de gemeenteleden mede de palen geheid. De kerk is ook veel voor andere dan godsdienstige samenkomsten gebruikt. In 1790 hield de Maat
schappij tot Nut van het Algemeen* er voor het eerst haar algemene vergadering. Ook is er in de jaren na 1810 jaarlijks de prijsuitdeling geweest aan leerlingen van de stadsarmenscholen. In 1832 was er het tweede eeuwfeest van het Athenaeum lllustre* en in 1836 en 1840 het tweede en derde grote muziekfeest van Toonkunst*. Door de ontvolking van de binnenstad werd het gebouw in de loop van de 20ste eeuw te groot voor de kerkdiensten. Op 19 juni 1961 is tussen de Evangelisch-lutherse Gemeente en de Universiteit van A. een eerste huurovereenkomst gesloten voor een periode van tien jaar, waardoor de universiteit de beschikking kreeg over het gebouw. De in huur verkregen ruimten worden gebruikt als aula (kerk) en senaatskamer (kosterij). De universiteit mag het gebouw op werkdagen gebruiken. Op de zondagen en christelijke feestdagen staat het ter beschikking van de Evangelisch-lutherse Gemeente.
In 1980 moest de kerk tijdelijk gesloten worden wegens bouwvalligheid. Het toen opgestelde restauratieplan werd in de jaren 1985-1986 uitgevoerd door het aannemersbedrijf J. Kneppers; de directie werd gevoerd door de architecten W.J. en J.W. Kuipers in samenwerking met de dienst Openbare Werken* van de gemeente. De totale herstelkosten bedroegen bijna zes miljoen gulden, waarvan uit het oogpunt van monumentenzorg door het rijk, de provincie en de gemeente circa vier en een half miljoen aan subsidie werd verleend. De opening van het gerestaureerde gebouw vond plaats op 14 sept. 1986. Twee dagen eerder werd een tentoonstelling over dit historische gebouw in het Amsterdams Historisch Museum geopend.
LIT. J.L.J. Meiners, Oude Lutherse Kerk weer als nieuw, O.A. 1986, 203; Gerrit Vermeer en Ben Rebel, d'Ailly's Historische Gids van Amsterdam, 2000, 168.